Na intensieve opdrachten binnen de Gemeente Den Haag – een organisatie die grootstedelijke complexiteit ademt – ben ik recent gestart in de gemeente Hardenberg. Op papier is het een overstap van groot naar middelgroot, van beleidsstad naar plattelandsgemeente. Maar in werkelijkheid is het een diepere reis: langs lagen van organisatiecultuur, bestuursstijl, menselijke verhoudingen én innerlijke afstemming. En deze is nog maar net begonnen.
Het is die reis – van structuur naar betekenis, van systeem naar gemeenschap – die mij als mens en als professional blijft boeien en voeden. Ik kreeg vragen van oude en nieuwe collega’s over mijn drijfveren, verschillen in cultuur en van groot naar kleiner. Dit is een poging tot een eerste persoonlijk antwoord.
Bedrijfsvoering als spiegel van cultuur
In Den Haag ervaarde ik de logica van een systeemorganisatie. Met gelaagde processen, formele kaders, bestuurlijke drukte, en een bedrijfscultuur waarin voorzichtigheid en beheersing vaak domineren. Een plek waar beleid zich soms loszingt van de leefwereld, en waar beweging vooral ontstaat via programma’s, governance en bestuurlijke dekking.
In Hardenberg is de organisatie menselijker van schaal. De lijnen zijn kort, de toon is direct. Besluiten ontstaan niet in nota’s, maar in het gesprek – met elkaar, met de raad, met de samenleving. Hier zie ik een organisatie die beweegt op basis van vertrouwen, relatie en gedeeld verantwoordelijkheidsgevoel. De bedrijfsvoering is praktischer, maar niet minder strategisch – juist omdat ze dichter bij het leven zelf staat.
Streekmentaliteit: de menselijke toon
Wat me vooral raakt, is het verschil in toon. In Den Haag werken veel hoogopgeleide professionals met een sterk ontwikkelde dossierkennis. De communicatie is strategisch, genuanceerd, en soms ook omzichtig – gevormd door bestuurlijke gevoeligheden en beleidslogica.
In Hardenberg tref ik mensen met een andere energie. Minder ‘talige’ complexiteit, meer ‘praktische’ wijsheid. Minder afstand, meer nabijheid. Meer eenvoud in de manier van werken, maar ook kracht. Een kracht die voortkomt uit onderlinge relaties, historie, en een diepe verbondenheid met plaats en gemeenschap.
De mens als belangrijkste schakel
Wat mij in mijn werk drijft, is niet primair het veranderen van systemen en structuren, maar het vrijmaken van wat al in mensen en organisatie besloten ligt. Ik werk graag in de onderstroom – daar waar overtuigingen, loyaliteiten, angsten en verlangens het gedrag bepalen. De échte verandering vindt daar plaats, in de menselijke ontmoeting. Niet in beleid of modellen, maar in momenten van helderheid, verbinding en keuze.
Mijn ‘filosofische’ houding helpt me daarin. Ik kijk met een fenomenologische blik: niet meteen verklaren of oplossen, maar eerst waar-nemen. Wat is er eigenlijk gaande? Wat wil zich laten zien? En wat wordt nog niet gezien?
Tegelijkertijd voel ik me als lampenist vaak precies op die tussenplek: tussen binnenwereld en buitenwereld, tussen organisatie en samenleving, of concreter: tussen formele structuur en levende praktijk. Daar waar spanning voelbaar wordt tussen systemen en mensen – dáár sta ik graag. Niet om te sturen, maar om te verbinden. Niet om het licht te nemen, maar om het aan te steken en door te geven.
Leiderschap als innerlijke beweging
Ook mijn ‘spirituele’ kompas speelt een rol in mijn opdrachten. Ik geloof in de kracht van verstilling, in het werken met volle aandacht, en in het idee dat organisaties levende systemen zijn – met een eigen ziel, geschiedenis en ontwikkelrichting. Soms vraagt dat ook om vertraging. Soms om confrontatie. Maar altijd om aanwezigheid. Ik ben geen veranderaar die duwt. Ik probeer wat wil ontstaan in het volle licht te zetten.
Of ik nu in Den Haag werk of in Hardenberg – ik zie steeds opnieuw dat mensen verlangen naar echtheid, naar betekenis, naar richting. Wat ze nodig hebben is niet nóg een plan, maar iemand die met ze oploopt. Die durft te benoemen wat niet gezegd wordt. Die beweging helpt maken waar het vastzit – niet door te forceren, maar door te (bege)leiden.
Van verschil naar verdieping
De overstap van Den Haag naar Hardenberg voedt mij opnieuw. Niet omdat het zo anders is, maar juist omdat het me weer laat zien waar het echt om draait. In beide contexten – hoe verschillend ook – gaat het om mensen. Om vertrouwen. Om het vinden van een werkbare balans tussen sturing en ruimte, tussen structuur en leven.
Voor mij is dat de essentie van mijn werk: ruimte maken voor betekenisvolle beweging. Met hoofd, hart en handen. En in die rol – als gids, als lampenist, als mens – voel ik me steeds opnieuw, in ieder opdracht weer, verbonden met dat wat écht klopt.
Laat een bericht achter